Hoogbegaafdheid signaleren – hoe eerder, hoe beter
Hoe langer ik met hoogbegaafde kinderen werk, hoe meer ik ervan overtuigd raak dat vroege signalering ontzettend belangrijk is. Want op zeer jonge leeftijd gaat er al zoveel om in de hoofden van deze kinderen. Ze krijgen veel mee, denken diep na en ontwikkelen overtuigingen die zich steeds dieper wortelen. En helaas dat zijn niet altijd overtuigingen die ze op weg helpen naar een gelukkig leven.
Ontwikkelingsvoorsprong of hoogbegaafd?
Bij kinderen op jonge leeftijd spreken we eigenlijk niet van hoogbegaafdheid, maar van een ontwikkelingsvoorsprong. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat zo’n voorsprong ten opzichte van leeftijdsgenootjes ook weer kan verdwijnen.
Maar als we kijken naar de manier waarop veel jonge kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong denken en zich gedragen, en we vergelijken dat met het denken en het gedrag van oudere hoogbegaafden, dan zijn de overeenkomsten overduidelijk.
Je kunt je dan ook afvragen wat er precies gebeurt als de ontwikkelingsvoorsprong van deze kinderen verdwijnt, bijvoorbeeld als ze naar school gaan. Was het inderdaad slechts een tijdelijke ontwikkelingsvoorsprong? Of hebben ze dan al geconcludeerd dan hun manier van denken en doen niet op prijs wordt gesteld, en dat ze zich maar beter kunnen aanpassen door te gaan onderpresteren?
Negatieve spiraal
In dit soort conclusies schuilt nu juist het gevaar van het niet tijdig signaleren van hoogbegaafdheid. Jonge kinderen die meer waarnemen en nadenken dan hun leeftijdsgenootjes, kunnen zich erg ‘anders’ en eenzaam voelen. Zeker als de volwassenen in hun omgeving niet beseffen wat er allemaal in ze omgaat. Deze kinderen zijn al op heel jonge leeftijd met serieuze levensvragen bezig. Als ze niemand hebben met wie ze hun gedachten kunnen delen, kunnen ze ongemerkt sterke overtuigingen ontwikkelen.
Stel je voor: de driejarige Sven loopt rond met een belangrijke levensvraag. Hij probeert hierover met zijn juffrouw van de peuterspeelzaal te praten, maar die vindt het een veel te zwaar onderwerp voor zijn leeftijd. Ze gaat niet in op zijn vraag, maar probeert zijn aandacht te verleggen naar het (voor Sven veel te simpele) materiaal in de groep. Als Sven hieruit concludeert dat praten over serieuze zaken zinloos is, kan deze overtuiging een grote rol gaan spelen in zijn toekomst.
Een negatieve spiraal ligt op de loer: Sven sluit zich af. Zijn omgeving concludeert dat hij ‘nogal op zichzelf’ is en van beide kanten worden geen pogingen meer gedaan om contact te leggen. Dit gebrek aan communicatie kan tot problemen leiden, bijvoorbeeld op school. Hierdoor wordt de overtuiging in de ogen van Sven alleen maar bevestigd: hij voelt zich onbegrepen, neemt steeds meer afstand en voelt zich eenzaam.
Toch zal hij in zijn verdere leven met mensen te maken hebben, of het nu klasgenoten en leraren zijn, of collega’s en klanten. En dan hebben we het nog niet eens over kennissen, vrienden en geliefden. Maar hoe moeilijk is het om op latere leeftijd alsnog de waarde van contact met anderen te leren inzien, als je al bijna je hele leven lang overtuigd bent van het tegendeel?
Wacht niet te lang
Daarom is het zo belangrijk dat deze kinderen al op jonge leeftijd op begrip uit hun omgeving kunnen rekenen. Als ze serieus worden genomen, zichzelf kunnen zijn en hun gedachten kunnen delen, is dat een enorm voordeel in hun verdere ontwikkeling. Want alleen als ze lekker in hun vel zitten, kunnen ze ook op andere gebieden volledig tot bloei komen.
Vaak voel je als ouder wel al aan dat je kind zich anders ontwikkelt dan leeftijdsgenoten. Toch kan het best lastig zijn om je gevoelens hierover uit te spreken. Misschien hou je jezelf voor dat het wel meevalt of zal overgaan. Blijft het gevoel dat je kind wel eens hoogbegaafd zou kunnen zijn toch knagen? Blijf daar dan niet te lang mee rondlopen. Creëer een begripvolle omgeving waarin hij of zij gelukkig kan opgroeien. Als je daarbij wel wat hulp kunt gebruiken, help ik je graag op weg.