Ik krijg in mijn praktijk bezoek van Steven, een oude bekende van me. Deze keer komt hij bij me omdat zijn ouders en zijn leerkracht een heel verschillend beeld van hem zien. Dat maakt me altijd weer nieuwsgierig: wat zal ik zien, en nog belangrijker: wat ziet Steven zelf?
Hoe het begon
De vorige keer dat ik Steven sprak, liet hij me duidelijk weten wat hij van school vindt. Vervelend! En niet zomaar een beetje vervelend: op school zijn maakt hem echt ongelukkig. Zijn ouders en leerkrachten wisten niet meer hoe ze verder moesten en vroegen mij daarom om met ze mee te kijken. Daar waren ze het over eens: voor de leerkracht was Stevens werkhouding de aanleiding, zijn ouders vonden vooral dat het anders moest omdat ze zagen dat hun zoon ongelukkig was.
Een ander beeld in de Plusklas
Gelukkig mag Steven naar de Plusklas. Daar zien ze een heel andere jongen: Steven is daar gemotiveerd en heeft plezier in zijn werk. Het werk in de Plusklas is natuurlijk ook interessanter dan rekenen en taal. Maar eerlijk is eerlijk: het gaat in de Plusklas allemaal niet vanzelf. Er moet echt wel iets gebeuren, ook als het gaat om dingen die Steven niet zo interessant vindt. Want alleen in de Plusklas in balans zijn, is niet voldoende voor een fijne en vruchtbare schoolcarrière.
Stevens eigen ideeën
Steven heeft zelf wel een plan om meer ruimte te maken voor uitdagingen: minder instructie en minder werk dat hij al kan. Zijn leerkracht gaat hiermee akkoord en biedt hem daarnaast extra uitdagend werk. Dat uitdagende werk gaat niet vanzelf, dus daarbij krijgt Steven extra ondersteuning.
Wat fijn als leerkrachten zo willen samenwerken!
We geven deze nieuwe werkwijze een tijdje een kans en dan is het tijd om te evalueren. Stevens ouders vertellen dat het heel even iets beter leek te gaan, maar dat ze thuis nog steeds een jongen zien die niet lekker in zijn vel zit. Daar schrikt de leerkracht van: zij ziet juist een jongen die meer betrokken is bij de les en meer plezier laat zien. Ze had gehoopt dat ook thuis sprake zou zijn van een positieve verandering. Open bespreken we de mogelijkheden – en de grenzen waaraan die gebonden zijn. Je kunt als leerkracht nog zo veel willen, maar dan nog kun je beperkt zijn in je mogelijkheden en daardoor niet voor elkaar krijgen dat een kind zijn draai vindt.
De beleving van Steven
Omdat ouders en leerkracht zulke verschillende dingen waarnemen, nodigde ik Steven bij mij uit. Ik ben benieuwd wat hij hierover te zeggen heeft. Terwijl hij bij mij aan tafel een spel speelt, reageert hij verbaasd over wat de leerkracht denkt te zien. Hij heeft het namelijk niet naar zijn zin. Er is wat hem betreft niet veel veranderd: voor zijn gevoel moet hij nog steeds te veel meedoen met bepaalde instructies. “Juf denkt dat ik het niet kan, maar ik kan het best wel!” vertelt hij. En in zijn beleving laat hij dit ook zien.
Steven had thuis al aangegeven dat hij zich meer inzet omdat hij van die instructie af wil. Maar het is hem niet duidelijk wanneer hij het goed genoeg doet om dat te ‘verdienen’. De extra ondersteuning vindt hij wel fijn: zo komt hij mooi onder het klassikale dictee uit.
Dat de leerkracht ziet dat hij blijer is, wil er bij hem niet in. Het voelt absoluut niet zo. Wel weet hij wat er zou gebeuren als er ruimte zou komen voor meer ‘plusklas’ in zijn klas: “Dan zou ik een leuker jongetje worden en minder klieren op school. Ik weet best dat ik heel irritant kan zijn. Thuis zou ik trouwens ook een leukere jongen worden. Want als ik nu thuiskom, heb ik echt nergens meer zin in.”
Van ideeën naar actie
Wat ik zie, is een jongen die heel snel denkt en redeneert. Hij laat zien dat hij kan reflecteren: hij weet dat hij minder instructies krijgt als hij meer inzet toont. Ook laat hij zien dat hij daar zijn best voor doet. En toch lukt het hem niet om gelukkiger te worden op school. Hij moet het steeds doen met een mindere versie van zichzelf.
Steven wil dit zelf wel met de leerkracht bespreken. Zijn moeder gaat mee om hem te ondersteunen. Als Steven zijn leerkracht heeft verteld wat hij mij heeft verteld, vertelt zij op haar beurt wat zij ziet. Ze spreekt met hem af dat hij niet meer met alle instructie mee hoeft te doen, zodat er nog meer ruimte komt om met uitdagender werk bezig te zijn.
Het belang van meedenken
Hoe het ook verdergaat, Steven denkt weer mee! Hij bespreekt zelf wat hij nodig heeft en zet zich in voor zijn doel: weer meer degene worden die hij eigenlijk is.
Wat daarvoor nodig is, is voor elk kind anders. Daarom wil ik kinderen altijd zelf spreken voordat ik advies geef. Steven heeft mij maar weer eens laten zien hoe belangrijk dit is. Maar dat betekent niet dat leerlingen alles zelf mogen bepalen! Dat hoeft ook niet, vindt Steven: “Dat ik kan overleggen vind ik al fijn. Dan weet ik wat er gaat gebeuren en waarom.”